als weduwnaar van Gerritjen Enserinks
NB. Het geen concerneert zijn vorig houwlijk met Catharina Jebbinks staat in het Protokol beginnende den 13:en Februaij 1739. Fol: 141
Evert Willem Rijnderhof en Gerrit Bobbink tot Momberen genomieert en geconfirmeert over de zes, nog onmondige, kinderen van Egbert Teerink bij zijne overledene laaste huisvrouw Gerritjen Enserink verwekt, met namen
Vervolgens overgegeven zijnde staat en inventaris van den alingen boedel heeft zig naa examinatie van dien bevonden den geheelen geprizeerden, zoo ongereeden, als gereeden voorraad te bedragen vier duizend acht honderd, negen en zeventig guldens, vijftien stuijvers en acht penningen dus ƒ 4879„15„8.
De lasten daar en tegen een duizend acht honderd een endertig guldens twaalf stuivers en acht penningen dus ƒ 1831,,12,,8.
Welke van den voorenstaanden voorraad afgetrokken wordende zuiver overschiet de somme van drie duizend acht en veertig guldens en drie stuivers dus ƒ 3048,,3,,0
En alzoo voor de halvscheid der respective drie mondige als zes onmondige, kinderen, een duizend vijfhonderd vier en twintig guldens eenen stuiver en acht penningen dus ƒ1524,,1,,8
Zoo dat elk van de negen kinderen daarin heeft een honderd negen en zestig guldens zes stuivers dertien perningen en een derde dus ƒ 169„6„13 ⅓
Makende gevolgelijk voor de zes onmondigen te zamen uit een duizend en zestien guldens en eenen stuiver dus ƒ 1016,,1,,0
Degenstaande erfenis uitkoop, ten opzigte van 't ongenede in senatie geapprobeert.
Welke aan de vader inventarisant den geheelen boedel behoudende en daar tegen op zig nemende alle schulden en lasten van denzelven zuiver voor het moederlijk versterf behalven de helft van de dubieuse schuld op den inventaris Bl. 22 gementioneert aan zijne zes onmondige kinderen is bewijzende en daar voor provisioneelijk verbindende zijn perzoon en goederen met last aan hem inventarizant om tot securiteit zoo daar van als van de door hem hier bij mede overgenomene en ter inventaris Bl. 17 - Bl. 22 breder gespecisiceerde lastige boedelsschulden ten allereersten en voordat aan denzelven zig willende veranderzaten daar toe het nodig consent verleend zal worden suffisant verband te stellen ofte genoegzame verzekeringe te geven.
En vermits, boven en behalven het gunt voorschreven met approbatie van den inventarisant en deszelfs twee meerderjarige zoonen in gevolge van het genoteerde ter inventaris Bl. 16 aan de oudste meerderjarige Dochter Anneken en de tweede nog minderjarige Dochter Hendrina bereids het linmen willen en het geen verder tot 's moeders lijf gehoord heeft, tegens uitkeeringe van zes guldens aan elk der overige kinderen overgegeven is en de vijf jongste onmondigen in dezen daar aan naar die propoitie, gezamentlijk competeert eene somme van dertig guldens zoo word bij dezen den Momberen mede geordonneert om zorg te dragen, dat deze vijf jongste minderjarige kinderen daar van ter zijner tijd een ieder deszelfs gerecht aandeel, komen.
Erschenen Egbert Feerink en heeft ter paritie aan 's weeskamers resolutie van den 26en den voorleden maand tot securiteit van het als toen aan zijne zes nog onmondige kinderen bewezen en aldaar breeder vermeld moederlijk versterf verbonden en tot een speciaal onderpand gesteld, zulks doende hier mede de behuizinge hof en where, kennelijk in dezer stads schependom buiten de Marspoort over de Lange Brug aan der gemeenen weg naar de Emperbrug tegens over het huis van Willem Groterkamp gelegen en Bl. 3. en Bl. 4 ter inventaris met meerderen beschreven, zoo en als ten Protokolle van Opdrachten en Vestenissen dezer stad sub hoe dato staat uitgedrukt met en onder verdere belofte en aanneminge om niet alleen ten allereersten een bewijs van de voornaamste crediteuren te zullen uit leveren dat dezelve met hem ten aanzien van haar lieder ten zijnen laste staande en van Bl. 18 tot en met Bl. 21 ter inventaris gespecificeerde pretensien alleen te vreeden zijn en daar voor de onmondigen niet aanspreken zullen, maar ook te zullen zoig dragen dat de overige nog resterende en daar mede utgetrokkene boedelsschulden ten spoedigsten voldaan en gezuiverd worden het geen sunme Edele en Eerzame naa verhoorder Momberen zig hebben laten wel gevallen.
Egbert Ferink op heden ingevolge resolutie van den 2e dezes ter weeze Kaemer geproduceert hebbende twee distincte handschriften 't eene van den [..] Rentmr. Francken en 't andere van de kinderen en erfgenaemen van Hendrik Jansen Ensink ten blijke dat dezelve wegens haere respective pratensien op zijnen boedel ter somme van 648 gld 15 stis en 207 gld met hem alleen te vreden waren dus de minderjaerigen van alle op en aanspraak deswegens kwamen te libereren [..] nae gehoudene deliberatie goedgevonden t een en ander aan de Liasse te seponeren, voorts inagtinge genomen zijnde dat de voorsz handschriften contineren eene somme van 855 ged 15 stis welke gevoegd bij zodaene 792 gld 2 stis 8 penn: als waar voor de aanvoorn[oemd] Egbert Terink toegedeelde behuijsinge cum annex is verbonden blijft uitmaken eene somme van 1647 gld 17 stis 8 penn en dat overzulx aan de afbetalinge van de bij hem overgenomene lastige schulden waar voor de onmondigen aangesproken zouden kunnen worden niet meerder komt te deficieren dan eenee somme van 183 gld 15 stis hebben [..]aand en Eerz aan meergen. Egbert Terink al nu het nodige consent tot deszelfs [..anderatinge] verleend in die [..wagtinge] nogtans, dat denzelven ten alleeersten immers niet langer dan twee maanden a dato dezes, tenopzigte van de overige schulden aan de ampliatie van den 14e Februarij 1756 zal voldoen, waar voor den momberen gelast wordzorge te dragen naer behoren.
Door Evert Willem Rijnderhof en Gerrit Bobbink als momberen over de nog onmondige kinderen van Egbert Terink bij zijne tweede vrouw Gerritjen Enserink in ehestand verwekt, bekend gemaakt zijnde, dat hunner pupillen vader onlangs alhier was overleden; zo goedgevonden de momberen voornoemd hier mede te gelasten om van dezelfs nagelatene weduwe een staat en inventaris van den boedel te vorderen en dien bij haar ontfangen zijnde ter weese kaemer te echiberen.
De weduwe van Egbert Teerink word op het voordragen van haar en den mede momber der onmondige kinderen door wl: [wijlen] Egbert Teerink bij sijn vorige vrouw Gerritjen Enserink verwekt hier mede geautoriseert, om het rijp staande saad gewas ten voordele des Boedels in het openbaar aan de meestbiedende te te verkopen en het provenu daarvan op den Inventanis bij resolutie van den 28 meij deses jaars vermeld, naar behoren te verantwoorden.
Door de momberen over de nog onmondige kinderen van wijlen Egbert Terink en Gerritjen Enserink in leven echtelieden op heden ingevolge resolutie van den 28e meij laastleden overgegeven zijnde een staat en inventaris van alle zodaene gerede en ongerede goederen in- en uitschulden als opglten: Egbert Terink met zijne nog levende weduwe Berendina Ensink en gemeenschap heeft bezeten, door gez[egde] Berendina Ensink als stadregtelijke Erfuijtersche ten overstaan van haar momberen, geformeert so goedgevonden het weerkleed daarvan aan de Liasse te seponeren en wijders de momberen op deszelven voordragen, hier mede te authoriseren niet alleen om de gerede goederen door den stads vendriemeester in het openbaar te laten verkopen mits van het provenire van dien door productie van een attest alhier ter weeskaemer doende blijken, maar ook om met de glte: Berendina Ensink, weduwe Terink mitsgaders met de meerderjaerige volle en halve broeders en zusters van hunne pupillen te treden tot scheidinge en de linge van den boedel, daar over een maegescheid op te rigten en 't zelve ten fine van examinatie en approbatie aan HaarEdele en Eersaeme te exhiberen.
Wordende zij momberen ter verkrijginge van het nodig consent tot de bij de gezaementlijke condi[..]identen voorgenomene verkopinge van het ongerede aan de Heeren van de magistraat dezer stad gerenvoijeert.
Op de requeste van de voogden over de twee nog minderjaerge kinderen van Egbert Terink en Gerritjen Enserink in leven Echtelieden, bij marginaal apoinetement van eergisteren door de Heeren van de magistraat dezer stad in handen van de weezekaemer ten fine van examinatie en raport gesteld is goedgevonden aan HaanEdele Gr. achtbare te pro adviseren, dat in de verzogte anthorisatie tot de publicque verkopinge en opdragt van de ter requeste gemelde behuijsinge hof en where, schuur en berg in dezer stads schependom buiten de marschpoort kennelijk staande en gelegen voor zooverre het aan ieder der onmundigen competerende elfde part in de halfscheid betreft, voorbehoudens nogthans hunner Edele Gr achtbare approbatie zoude behoren geconsenteert te worden mits van het proventie van dien aan de weezekaemerkennis gevende en zig over het emploij van ’t geen de onmundigen daar in zal bevonden worden toe te komen ten fine van dispositie aan dezelve tevens addresserende.
Door de momberen over de nog onmondige kinderen van wijlen Egbert Teerink en Gerritjen Enserink in leven egtelieden ter voldoening van 's weeskamers resolutie van den 10 september 1779 op heden alhier overgebragt sijnde een attest van den stads vendumeester van het provenu der in het openbaar verkogt geverede goederen, ter somme de duetis dedicendis van een duisend seventien guldens eenen stuiver vier penn is goed gevonden het selve aan de liasse te seponeren.
Overgegeven zijnde Ew.magescheid tussen Berendina Ensink weduwe van Egbert Teerink geadsisteert met haren stiefzoon Jannes Teerink en
Erschenen Gerrit Jan Teerink (later tussengevoegd "en Catharina") Teerink. Fratre tutore beide ingevolge doop cedulle meerderjarie zijnde en hebben derzelver voogden voor hunne gedane administratie en ontrichtinge bedankt.
Opmerking: In de opsomming onderaan van 1 tot en met 11, mist nummer 9. Daarmee zou Gerrit Bobbink bedoeld kunnen worden, maar die is geen partij