het schip Adrichem | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
kamer | bouwjaar | werf | type | lengte | laadvermogen | bemanning | kanonnen |
Amsterdam | 1726 | Amsterdam | onbekend | 145 voet | 850 ton | 392 | - |
gebruiksstatus van het schip | |||||||
datum | reis | schipper | |||||
30-01-1727 01-12-1730 04-01-1732 26-10-1732 28-10-1733 08-08-1734 18-12-1734 28-03-1736 11-02-1738 21-05-1739 12-06-1740 14-01-1741 22-11-1742 | Nederland-Indië omgeving Indië Indië-Nederland Nederland-Indië Indië-Nederland Nederland-Indië Indië-Ceylon Ceylon-Nederland Nederland-Indië Ceylon-Nederland Nederland-Indië Indië-India Indië-Nederland Nederland-Indië omgeving Indië | Huig Bredero - Simon de Groot Hendrik Perfekt Samuel Hoppestijn Samuel Hop.. v. Leeuwen Indië-Ceylon Jan Boelhouwer Jan van den Brock Cornelis Kroon Bastiaan Mol Indië-India Bastiaan Mol Cornelis van Velden - | |||||
de Reis | |||||||
van | naar | reisduur | aantal koppen | ||||
plaats | datum | datum | plaats | dagen | bemanning | passagiers | overlijden |
Texel | 22-11-1742 | 28-3-1743 | De Kaap | 126 | 392 | 10 | 43 |
De Kaap | 28-3-1743 | 24-4-1743 | De Kaap | 27 | - | - | - |
De Kaap | 24-4-1743 | 21-7-1743 | Batavia | 88 | 329 | 16 | 31 |
Totaal | 241 | ||||||
de Schipper | |||||||
naam | datum | functie | schip | ||||
Cornelis van Velde | zijn ervaring | 4-4-1727 2-10-1729 10-10-1730 22-12-1733 1-6-1735 22-1-1737 8-5-1738 21-12-1739 27-10-1740 4-12-1741 22-11-1742 | Matroos Matroos Derdewaak Derdewaak Opperstuurman Opperstuurman Opperstuurman Opperstuurman Schipper Schipper Schipper | Ridderkerk Spiering Hofvliet Opperdoes Hogersmilde Huis den Eult Huis den Eult Diemermeer Hofvliet Hofvliet Adrichem | |||
de Bemanning | |||||||
functies | Assistent (1), Barberot (1), Bootsman (1), Bootsmansmaat (1), Bosschieter (75), Bottelier (1), Botteliersmaat (1), Derde meester (1), Derdewaak (1), Hooploper (19), Jongen (8), Jongmatroos (23), Kanonnier (2), Kok (1), Koksmaat (1), Konstabel (1), Konstabelsmaat (3), Korporaal (2), Kwartiermeester (3), Luitenant (zeeman) (1), Matroos (35), Onder(scheeps)timmerman (4), Onderkuiper (2), Ondermeester (1), Onderstuurman (1), Onderzeilmaker (1), Opper(scheeps)timmerman (1), Opperkuiper (1), Oppermeester (1), Opperstuurman (1), Predikant (1), Provoost (1), Roerslotenmaker (3), Scheepskorporaal (1), Scheepstimmerman (1), Schieman (1), Schiemansmaat (1), Schipper (1), Sergeant (1), Soldaat (179), Tamboer (1), Vaandrig (1) | ||||||
nationaliteiten | |||||||
Thomas Jansz Burgemeester | |||||||
deze reis | zijn ervaring | ||||||
functie | maandbrief | schuldbrief | begunstigde | datum | functie | ||
soldaat | nee | ja | - | 22-11-1742 | soldaat | ||
inschrijving | |||||||
lading | |||||||
aantal | eenheid | product | waarde | ||||
60.000 1.344.000 20.000 60.000 21 | pees pees pees lb hoed | dukatons duiten mop (grauw) ijzer (in soort) smeekolen | Iƒ 243.025,2,8 Iƒ 10.500 Iƒ 212,10 Iƒ 6.406,5 Iƒ 301,17,8 | ||||
Totaal | Iƒ 260.446,5 | ||||||
Opmerkingen | |||||||
familielid | • de schuldbrief is aan ene Eubelmeijer • Het aantal overlijdens aan boord is hoog. Thans Jansz bereikt veilig Batavia op 21 juli 1743. Hij zal uiteindelijk daar overlijden op 3 november 1745. • Gezien de opmerking(en) op vocsite.nl over Makassar en Tjakraningrat is het mogelijk dat Thomas Jans bij é én of beide acties is ingezet. | ||||||
schip | • Het schip is al 15 jaar oud en heeft al 12 keer de volledige route afgelegd. Ook heeft het plaatselijk al vele zeemijlen achter de rug. Het zal de nodige gebreken vertonen. • Dit is de laatste overtocht voor het schip. Hierna wordt het alleen nog regionaal ingezet. Niet lang daarna zal het worden verkocht. | ||||||
schipper | • Cornelis van der Velde heeft een ruime ervaring. | ||||||
reis | • volgens onderstaande krantenberichten zijn er tijdens de reis aan boord onlusten uitgebroken naar aanleiding van de vele zieken en doden. • Deze reis overlijden er 74 man aan boord. | ||||||
bemanning | - | ||||||
lading | • De lading bestaat voornamelijk uit dukatons, dat als loon in Indië zal worden gebruikt. | ||||||
overige | |||||||
Bron: Simonis, J.A. van. 1743. Opmerkend wederwaardigheden aangande de ziektes en doden en oproerige ontmoetingen van en op het schip De Adrichem, zo als zulks is meedegedeeld door een brief, geschreeven uit ’t zelvde Schip .. Uitgever: Olofszen te Amsterdam. MYN HEER en Waarde VRIND, Wenfche dat deze UE by zodanige Gezondheid aantreffen mogte, als ik dezelve tegenswoordig geniete. Wat onze reize aangaat, kan UE. Ligtelyk denken hoe veele Fatigues en Verandering men op zo een verre Vaart onder worpen is , derhalven voor onnodig achte een iegelyk van dezelve op te noemen. Maar het Merkwaardigste, doordien wy altemaal yan eene flegte Koorts op een Heftige Wyze in 't Schip bennen bezogt geweest, welke Ziekte ons niet alleen door haare reusseering bedroef de , maar ook van ons veele goede Vrinden daar door naar het Ryk der Dooden moesten aanzien, te zyn vertrokken. Welke met die te noemen een aanvang neeme , als eerstelyk: - Op den zevenden January. Andries Stroom , Constapel. - Den elfden dito onzen braven Schipper Cornelis van Velde. - Den dertienden dito den Affiftent Abraham de la Fontaine; Deze een Vrouw NB. en twee kleine Kinderen hier achterlatende - Den zestienden dito den Commandeur ean Pietet. - Den dertigften dito myn Maat den Lieutenant Rudolph Jurgen Abel. - Den vierden February den Domine Meuring zyn Vrouw Als mede omtrent de 40 a 50, zo Soldaten als Matroozen die alle aan dezelye Ziekte overleeden zyn. Over alle deze overledenen was geene beklagenswaardige (na den uiterlyken schyn) als dat van den Affiftent, aangegeven den zelve naliet een Weduwe die van Chagryn mal en raafend werden wou, voor welke geen troost die haar troosten konde, nochte geen reedenen van raad door den besten Redenaar vermaak by haar konde vinde, dan dat eindelyk eene van onze Corporaals, genaamt ADRIAAN REBBENS, (die by de penne opgevoet was) in des Overleden plaats tot Assistent wierde aangestelt, waardoor den Eersten Maart, voorengemelde Weduwe, die zo raafende bedroeft was, met deze welke haar overledene Mans plaats als Affiftent bekleede, Cordaat resolveerde het Huwelyk in te gaan, en de gebruiklyke Eere-teekenen aan en over een Huwelyk van Rang binnen Scheepsboort, door over het halve Dek een Crantz op te hangen, geschiedende, was deze raazende bedroefde Wed: met de nieuwe aangevangene Trouws- Vreugde in haar voorige Fleur herftelt. Deze gepasseerde zaak door gemelde Cermonien op het halve Verdeck van de twee Gehuuwden daardoor aan een ieder bekend gemaakt, geloove ik niet dat geener in 't Ryk der Doden beter occafie zal bebben iets te verhaalen, als de overledene Affiftent zyne nablyvende en vol rouw zynde Weduwe; Dit was te mooy om te zwygen, en ná myns oor- deels de attentie wel waardig, om zo kort my doenlyk was, te melden. Ondertusschen den Stuurman JACOB van der STOEL genaamt, Schippers dienst waar- neemende en het Schip zoo veel in zyn ver moogen was door Zee als Opperhooft te helpen tot de gewenste Haven te brengen, was zyn Levens-Aart zoo slegt dat hy ons haaft altemaal door zyn dikmaals onbefchofte dronken drinken zoude om het Leven hebben gebragt, zodat hy na doode van gemelde Schipper, geen eenen dag nugteren is geweest, dat door de anderen, zyn voorige Maats, als ook de Matroofen hem daar in navolgden, waar door na een wyl tyds, eerstelyk het Schip in de Brand raakte, niet alleen tusschen deks half door eenige Matroose Kisten, maar met veel moeite en tér naauwer-noot den Brand konde van de Kruyt-Kamer afhouden. Noch bragt voor het tweede zyne Dronkenschap zo veel te weeg, dat hy als byna van zyn Zinnen Dol en Ontrooft acheen, waar door wel tot twee a drie reylen met d'andere Officiers en Stuurluy in questie raakte, waar door op eene van die reyen gebeurde, dat byna het geheele Schip als in een Oproer bragte, en een yder met het bloote Geweer in de hand, te verwonderen was, dat er niet Moord en Dood slag wierde begaan, ja zelfs die Matroosen welke aan het Roer waren (ook Beschonken zynde) gingen van het Roer af, en geleeken wel gantsch wilt te wezen. Ik, dien tydt door Siekte myn Kooy niet konde uytkoomen, dog door dien myn Hutte digt! aan de schippers Kamer hadde, wierde ik dit allarm wel gewaar, en niet raadsaam oordeelende door myn slegte staat, en de disperatie van allen die in dit Rumoer haar hadden ingewikkelt, om boven te komen, hoewel al aan de Trap om na boven te gaan my hadde gevoegd, egter Myn gevaar voorspelde, oordeelde niet raad saam myn willens, in een swakke, staat zynde, om in dat gevaar My te begeeven; En bevinde my niet Capabel de Godloose levens- Aart genoegsaam te beschryven, die daar door ontstaan wierd . Of UEd: ondertusschen deze mynen Brief wel lezen zal konnen, weet ik niet, alzo my het Hollands te schryven zo eigen is, als een Boer het Aderlaten. Syn Hoog-Edelheit myn Heer de Gouverneur Generaal IMHOFF is met zyne Vloote al in de Maandt January dezes Jaars hier aangekomen, en den 28 February daaraanvolgende naar Batavia vertrokken. Wy zyn met onze Schip ADRICHEM den 28 Maart op de Rheede alhier aangekomen. Ondertusschen kan niet manqueren om UEd te melden dat in den overledene ABELS Plaats tot Lieutnant ben geavanceert, en dat wy, zo als we hopen in twee à drie Weeken na Batavia verder zullen vertrekken; Na welke laastgenoemde Plaats de Heer VALKENIER van hier wederom is vertrokken. Waarmede ik blyve, na hartelyke Groetenis, alsmede aan Mejuffrou uw Beminde en den Eerw: Heer Predikant ten Uwen Huisen, beveele UEd .in de bescherminge des Allerhoogsten, blyvende Myn Heer, UE. D. W. Dienaar, J. A. VAN SIMONIS Op de Rheede voor Cabo de Goede Hoop den 8, April 1743. |