het schip

Ruyskenstein

kamerbouwjaarwerftypelengtelaadvermogenbemanningkanonnen
Amsterdam1749Amsterdam - 130 voet850 ton203ja
gebruiksstatus van het schip
datumreisschipper
4-12-1750
1-1-1755
7-12-1756
Nederland-Indië
Bengalen-Nederland
Nederland-Indië
Willem Klump
Willem Everdingen vd Nieuwpoort
Jan Frederik Schrijver
de Reis
vannaarreisduuraantal koppen
plaatsdatumdatumplaatsdagenbemanningpassagiersoverlijden
Texel7-12-175624-4-1757De Kaap13820413
De Kaap24-4-175715-5-1757De Kaap21 - - -
De Kaap15-5-17573-8-1757Batavia8018304
   Totaal239   
de Schipper
naam datumfunctieschip
Jan Frederik Schrijverzijn ervaring(4-11-1748)
(5-11-1749)
(7-2-1749)
(4-12-1750)
(12-1-1752)
(30-5-1753)
(1-1-1755)
7-12-1756
29-10-1757
30-4-1759
17-1-1760
12-12-1761
(Bootsman)
(Bootsman)
(Bootsman)
(Derde waak)
(Derde waak)
(Opperstuurman)
(Opperstuurman)
Schipper
Schipper
Schipper
Schipper
Schipper
(Schuilenburg)
(Gustaaf Willem)
(Schuilenburg)
(Ruyskenstein)
(Haarlem)
(Voorzichtigheid)
(Overschie)
Ruyskenstein
Deunisveld
Immagonda
Immagonda
Immagonda
de Bemanning
functies(onbekend) (1), assistent (1), bootsman (1), bootsmansmaat (1), bosschieter (56), bottelier (1), botteliersmaat (1), derde meester (1), derdewaak (2), jongen (7), jongmatroos (22), kok (1), koksmaat (1), konstabel (1), konstabelsmaat (2), korporaal (2), kwartiermeester (4), matroos (17), onderkuiper (1), ondermeester (1), onderstuurman (1), onderzeilmaker (1), opperkuiper (1), oppermeester (1), opperstuurman (1), opperzeilmaker (1), provoost (1), scheepskorporaal (1), schieman (1), schiemansmaat (1), schipper (1), sergeant (1), soldaat (59), tamboer (1), timmerman (6), trompetter (1), ziekentrooster (1)
nationaliteitenNationaliteiten aan boord van de Ruyskenstein
Adolf Dirk Burgemeester (uit Lopik)
deze reiszijn ervaring
functiemaandbriefschuldbriefbegunstigdedatumfunctie
Soldaatneenee - 7-12-1756
29-10-1760
14-11-1763
soldaat
soldaat
soldaat
inschrijvingNationaal Archief, Den Haag, Verenigde Oostindische Compagnie (VOC)Soldijboek De Jonge Samuel (1764). Opvarende Adolf Dirk Burgmeester.
lading
aantaleenheidproductwaarde
7601
15400
50
5040
1500
100
125
1277
750
diverse
diverse
diverse
diverse
diverse
diverse
diverse
diverse
diverse
pees
pees
pees
mark
pees
vel
lb
lb
lb
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
dukaten (gouden)
dukatons (zilveren)
tafelmes (-)
zilver (baar)
ruit (glazen)
juchtleer (-)
blauwsel (-)
koper (in platen en bodems)
menie (rood)
equipagegoederen (-)
artilleriegoederen (-)
wapenkamergoederen (-)
kleinigheden (-)
ambachtsgoederen (-)
provisie (-)
ijzer (-)
spijker (-)
gereedschap (-)
samen (-)
differente in de factuur (-)
(Iƒ) 40000,5
(Iƒ) 50207,17
(Iƒ) 12,17,8
(Iƒ) 129965,1
(Iƒ) 283,19
(Iƒ) 892,17
(Iƒ) 38,4
(Iƒ) 886,19,8
(Iƒ) 110,6
(Iƒ) 10.313,19,8
(Iƒ) 405,5
(Iƒ) 2.105,12,8
(Iƒ) 2.372,11,8
(Iƒ) 554,11,8
(Iƒ) 14502,3
(Iƒ)
(Iƒ)
(Iƒ)
(Iƒ) 13214,14
(Iƒ) 0,6
  Totaal(Iƒ) 265.867,18
Opmerkingen
schip• Op 9 juni 1755 meldt de Leydse courant "Ruyskenstein is ook zeer beschadigd, zijnde het zelve aan de eene zyde geheel glad,... Het is dus inmiddels een schip met de nodige gebreken.
• De Europesche Mercurius (1755) meldt: 'Op den 9 oktober ontving de Heer Directeur te Ougli een Missieve... In deze Missieve hadt men de vergrootte smert van de te vooren gekreegene Berigten niet alleen bevestigd, maar zelfs nog daar bij gevoegd gezien, dat behalven de Schepen Visvliet, de Spaarzaamheid, de Anna, Spaanderwout en Ruiskenstein, de gestrand waren,...'.
• De schade waar de Leydse courant op doelt moet dus voor 9 oktober 1754 zijn ontstaan bij een stranding van het schip.
• Bij het incident van 7 december 1756 vielen vier gewonden. Het kan niet anders dan dat het schip daarbij ook schade heeft opgelopen.
schipper• Zie onder overige voor roem en glorie dezer man.
• Vermoedelijk is Jan Frederik Schrijver uit Enkhuizen dezelfde als zijn naamgenoot uit Bremen. In dat geval is hij al vanaf 4 november 1748 bij de VOC betrokken.
reis• Dulm, F. van der. (2012, February 9). 'Zonder eigen gewinne en glorie' : Mr. Iman Wilhelm Falck (1736-1785), gouverneur en directeur van Ceylon en Onderhorigheden. Uitgeverij Verloren, Hilversum.

'Wij hadden verdriet van tot den 7 Dec. naar de wind moeten wachten, vertrokken toen, zeven schepen sterk uit Texel te weeten Bronstede, de vrouwe Petronella Maria, Stadwijk, Amelisweert, Leimuiden, Lekkerlust, Ruiskenstein...'. De Ruijskenstein en andere schepen hadden dus eerder kunnen vertrekken, maar het wachten was op gunstige wind.

• Met de coördinaten 45,4 NB en 4,1 OL kom ik ter hoogte van Bordeaux in de golf van Biscaye uit.
konvooi• De Ruiskenstein vertrekt samen met de Bronstede, de vrouwe Petronella Maria, Stadwijk, Amelisweert, Leimuiden en Lekkerlust. Maar dezelfde dag nog raakt de Ruiskenstein achterop.
overige• Z.A. 1757. Nederlandsche jaerboeken, inhoudende een verhael van de merkwaerdigste geschiedenissen, die voorgevallen zyn binnen den omtrek der Vereenigde Provintien sedert het begin des jaers MDCCXLVII. Elfde deel, tweede stuk. Uitgeverij Houttum, Amsterdam.

'Ter gelegenheid van dit verhaelder Rooverijen, door de Kaperen op Zee gepleegd, zullen we hier ook ter neerstellen de stoutheid van eenen dier Rooveren, die een Schip der Oost-Indische Maetschappije, Ruiskestein genaemd, en gevoerd bij Schipper Jan Frederik Schrijver, op den 7 van Wintermaend des vorigen jaers uit Tessel vertrokken, niet ontzag geweld aen te doen, en vier of vijf Glazen met het zelve flaegs was. De omstandigheden van dit stout bestaen zijn voornamelijk dezen geweest. Na dat dit Schip, uit Tessel in Zee gestoken, en van de overigen, met welken het was uitgezeild, afgeraekt, en op de Noorder-breedte van 45 gr. 4 min., en de lengte van 4 gr. 1 min. gekomen was, werd het, na den middag, een Tweedeks Schip gewaer, 't welk op het zelve aenzette, zonder Vlag te toonen. Die op 't Oostindifch Schip waren, zulks ziende, stelden zich in staet van tegenweer, en preiden het Schip, vragende van waer het kwam en waer naer toe het moest; doch zij kregen alleen ten ant woord van Londen. Kort daer op gaf het vreemde Schip aen het O. I. Comp. Schip de volle Laeg uit het grof Geschut; 't welk dezen, na den Prinsen Wimpel opgeheist te hebben, insgelijks met een volle Laeg uit hun Gefchut en door het vuur uit hun handgeweer beantwoordden. Tusschen de vier en vijf Glazen was men reeds slaegs geweest, wanneer die van het O.I. Comp. Schip uit het Bevel, welk aen 's Vijands Boord gegeven werd, eerst ontdekten dat het een Engelsch Schip moest zijn, schoon het nog geene Vlag getoont had. Het schieten een einde hebbende genomen, riep de Engelschman, dat de Schipper van ' t Oostindisch Schip bij hem aen boord moest komen; doch men zond hem een Officier met de Zee-brieven; dezen deed hij, benevens het volk, dat hem verzelde, op zijn Schip komen en bemande de Schuit, waer mede dezelven overgekomen waren, met zijn volk en twee zijner Officieren; die zich naer het Oost indisch Schip begaven, en het Geld der Maetschappije, ' t welk zij onderstelden aen boord te zijn, met allerlei bedreigingen kwamen vorderen, voorgevende dat de Schipper eene onvergeeflijke stoutheid begaen had met op een Engelsch Oorlogschip te vuuren, waer door vier Mannen gesneuveld en anderen gekwetst waren: doch het antwoord wąs, dat het Engelsch Schip, geene Vlag getoont hebbende, onmogelijk van de onzen kon gekend worden; en dezen derhalven, in volle Zee vijandelijk aengetast, genoodzaekt waren geweest zich te ver deedigen, zijnde er insgelijks vier Mannen gekwetst; en dat'er geen gereed Geld der Kompagnie aen boord was. De Engelschen niets kunnen de opdoen, zonden den volgenden morgen, ten drie uuren, den Officier, dien zij bij zich gehouden hadden, terug, en hielden vervolgens af.'

• Z.A. 1799. Bijvoegsels op het Vaderlandsch Woordenboek. Oorspronkelijk verzameld door Jacobus Kok. Uitgeverij: Johannes Allart, Amsterdam.

'Schrijver (Jan Frederik). Meermaalen vermeldden wij proeven van manhaftigheid en trouwe, door Nederlandsche Koopvaardijschippers gegeeven. De roemwaardige Man, aan het hoofd deezes Artikels gesteld, mag die lijst vergrooten. In den Jaare 1756 het Oostindisch Schip Ruiskeftein voeren de, was met andere Schepen uit Texel in zee geftoken. Niet lang in zee geweest, en van zijne togtgenooten afgeraakt zijnde, vernam hij een Tweedekker, die, zonder vlag te vertoonen, op hem aanzette. Hij stelde zich in staat van tegenweer. Het naderend Schip gepreid hebbende, om te weeten van waar het kwam, en waar het heen moest, kreeg hij alleen ten antwoord van Londen, en kort daar op de volle laag uit het grof geschut. De stoutmoedige Oost-Indifche Schipper hees den Wimpel op, en beantwoordde zulks met een volle laag, en door het vuur uit het handgeweer. Zij bleeven tusschen de vier en vijf glazen slaags, wanneer men op het Oost Indisch Schip, uit het bevel van's Vijands boord gegeeven, met zekerheid vernam, dat zij met een Engelsch man te doen hadden: want geen Vlag was er nog vertoond. De Engelsche Bevelhebber riep, dat de Oost-Indische Schipper bij hem aan boord moest komen; doch deeze zondt een Officier met de Zeebrieven; wanneer dezelve met eenige Sloepsgasten, volgens bevel, op 't Oorlogschip gestapt was, wierdt de Sloep met Engelfshen en twee Officieren bemand, die na het Schip Ruiskestein voeren, en het Geld der MaatTchappije, 't welk zij veronderstelden aan boord te weezen, onder de sterkste bedreigingen afvorderden: dewijl de Schipper een onvergeetlijke stoutheid bedreeven hadt, om op een Engelsch Oorlogfchip te vuuren, waar door vier Mannen gesneuveld, en anderen gekwetst waren. Schipper Schrijver antwoordde, dat het Engelsch Schip, geene Vlag vertoond hebbende, onmogelijk hadt kunnen gekend worden; dat hij, in volle Zee vijandlijk aangetast, genoodzaakt geweest was zich te verdeedigen, en desgelijks vier gekwetsten bekomen hadt, en er geen gereed Geld van de Oost- Indische Maatschappije aan boord was. Zij, niets kunnende opdoen, zonden, 's anderen daags, den dus lang aan boord gehouden Officier terugge, en hielden af.'

• Witsen Geijsbeek, P.G. en G. Engelberts Gerrits. 1829. Schoonheden en merkwaardige tafereelen uit de Nederlandsche Geschiedenis. Deel VIII. Uitgeverij: Portielje, Amsterdam.

'Het moedig gedrag van kapitein Jan Frederik Schrijver, voerende het Oost- Indisch schip Ruiskestein, verdient hier vermelding. Van de andere schepen, met welke hij uit Texel vertrokken was, afgeraakt zijnde, vernam hij een oorlogsschip, dat, zonder vlag te vertoonen, op hem aanhield, en, digt genoeg genaderd zijnde, hem met de volle laag begroette, waardoor vier man gekwetst werden. De dappere Schrijver bleef zijn' aanvaller niet schuldig, maar beantwoordde hem op de- zelfde wijze ; zij bleven hierop eenigen tijd slaags, en de Hollanders moesten raden dat zij met een ' Engelsch-man te doen hadden, want geen vlag werd er geheeschen. De Engelsche bevelhebber vorderde dat de Hollandsche kapitein hij hem aan boord zou komen ; doch Schrijver zond een' officier met de zeebrieven, en toen deze aan boord van het oorlogsschip gestapt was, werd de sloep met Engelschen en twee officieren bemand, die Schrijver aan boord voeren, en hem onder de zwaarste bedreigingen de gelden der maatschappij, die zij vooronderstelden dat hij aan boord had, afeischten, omdat hij de verregaande stoutheid gehad had van op een Engelsch oorlogsschip te vuren. Schrijver antwoordde dat het schip geen vlag vertoond hebbende, hij niet weten kon wie hem vijandelijk aantastte en noodzaakte zich te verdedigen ; dat hij overigens geen gereed geld aan boord had, maar wel een' goeden voorraad kogels, waarvan er nog eenigen tot hunn' dienst waren. De Engelschen, ziende dat er van Schrijver niet anders te halen ware, zonden hem zijn' officier terug, en lieten hem verder ongemoeid de reis vervolgen.'