Uit verschillende bronnen zijn gegevens verzameld over de reizen die 14 familieleden hebben gemaakt met de Verenigde Oostindische Compagine:
De weinige informatie over Govert komt uit dit Nieuwsblad. Voor de overige heren zijn de bronnen divers en is informatie niet altijd in overeenstemming met elkaar. Het gaat dan niet om transcriptie-, type- of vertaalfouten, maar waarschijnlijk om bronnen die elk hun eigen 'waarheid' hebben. Bij tegenspraak heb ik in afnemende volgorde de informatie uit deze bronnen aangehouden.
Afwijkende bronnen staan in de tekst genoemd.
*) Momenteel verhuist men deze site. Zie de kopie van de originele site, maar die werkt helaas niet goed. Zie verder deze twee sites: Het Nationaal archief, VOC en Maritiem Portal, TANAP.
Naast de informatie die de websites zelf hebben te bieden, is geprobeerd nieuwe informatie te genereren:
Holland en Indië kenden allebei de gulden als betaalmiddel. Deze stonden echter niet gelijk aan elkaar. Een eenduidige conversie tussen de Indische (Iƒ) en de Hollandse gulden (Hƒ) is voor mij niet mogelijk. Zie oa Van der Post (1847), blz 400 ev.
Een goede maatstaf is de opmerking bij de veilig gestelde lading van de Stabroek nadat deze in 1728 is verongelukt: (Hƒ) 2.382-11-2 = (Iƒ) 2.978-1-8. De koers is dan H 1 = I 1¼, ofwel (Iƒ) 1 = (Hƒ) 0,8. Dit blijkt voor de gehele website te gelden. Zie wisselkoers. Ook elders op internet wordt dit aangehouden, maar het blijft voor mij onduidelijk hoe groot de 'koersverschillen' zijn.
Als wisselkoers voor een ducaton geldt in Nederland 63 stuivers en in Batavia 78 stuivers.
In historische documenten worden bedragen uitgedrukt in guldens-stuivers-duiten. Een bedrag 53-18-16 betekent 53 gulden, 18 stuivers en 16 duiten. Een duit is niet gelijk een cent, maar is vrij vertaald 0,6 cent. Beter is om te zeggen dat voor de duiten niet het tientallig, maar een achttallig stelsel geldt. Ofwel:
8 duiten = 1 stuiver
20 stuivers = 1 gulden.
In het voorbeeld van 53-18-16, kan je dit terugrekenen naar 16 duiten is gelijk aan 2 stuivers. Deze 2 stuivers optellen bij de 18 stuivers maakt gelijk 20 stuivers. En deze 20 stuivers is weer gelijk aan één gulden. In dit voorbeeld is dus eigenlijk sprake van 54 gulden.
Helaas kom ik ook omrekeningen tegen van 1 gulden = 20 stuivers = 4 duiten en van 1 gulden = 30 stuivers = 120 duiten. Dat betekent dat niet alleen tussen de Hollandse en Indische gulden koerswisselingen spelen, maar binnen beide landen ook nog tussen de eenheden zelf. Omdat dit niet in de boekhouding duidelijk is, leidt het per definitie tot chaos. Het is dus beter om er zo weinig mogelijk mee te rekenen.
Inhoud | |
---|---|
aam | 143,9 l (Rijnse wijn) 142,19 liter in België 145,52 liter Amsterdamsche aam (zaadolie) 155,22 liter, gebaseerd op Amsterdamsch vat van 931,43 liter = 6 aam |
hoed | 1172.4 dm3 (Amsterdamsche hoed) |
kan | 1.51586 l (algemeen) 1,391 dm3 Nijmegees kan |
legger | 588.1534 dm3 is gelijk aan 388 kan |
vat | 931,43 dm3 Amsterdamsch vat (wijn) 735 dm3 (olijfolie) 184.04 dm3 (zout) |
Gewicht | |
lb | 453,593 g= 1 pound |
mark | 0,246 kg (Trooisch), 0,233 kg (Keuls |
gros | 0,46767 kg in België ook 12 dozijn=144 stuks |
reaal | 27,045 g. Gewicht voor edelmetalen. Spaanse reaal is een zilveren munt. |
Overige | |
bos | Deventer bossen: per 104 stuks, omtrek=66.5 cm elk lengte=66.5 cm Zutphensche bossen: per 104 stuks omtrek=70.5 cm elk lengte=70.5 cm |
pees | stuks Vermoedelijk een anglicisme en is het afgeleid van piece |